woensdag 23 juli 2008

Hoofdstuk 3: De Leraar *Highlights*

De 'leraar' waar we hier over spreken is de Mahayanaleraar: de kalyanamitra (skt.) of Geshe (Tib.), wat zoveel betekent als 'spirituele vriend'.

De noodzaak van het volgen van een spirituele vriend wordt op drie manieren vastgesteld: op basis van de soetra's, door logica en door vergelijkingen.

De logische reden is dat wij niet weten hoe we onze emotionele en spirituele sluiers moeten reinigen (nl. door het verzamelen van verdienste en inzicht), maar de leraar wél.

De vergelijkingen zijn dat de leraar is als a) een gids die de weg kent naar waar we heen willen gaan, b) een begeleider die ons beschermt tegen gevaren onderweg en c) als een veerman die ons helpt de andere oever te bereiken.

Er zijn verschillende soorten leraren, maar het best zijn de 'gewone leraren' die ons de mogelijkheid geven voor het eerst onze gewone toestand van verwarring te overstijgen. Een Tibetaans gezegde is dat onze leraar vriendelijker is dan de Boeddha, omdat we hem hebben kunnen ontmoeten en de Boeddha niet.

Bij het volgen van een leraar en het luisteren naar zijn onderricht is het zaak dat we vooraf de Bodhicitta opwekken, tijdens het onderricht onszelf als de patiënt, de leraar als de arts en de dharma als medicijn zien en dat we, tenslotte, de '3 fouten van de kom' vermijden.

Iemand die niet oplet is als een kom die ondersteboven staat en waar je dus geen thee in kunt gieten.

Iemand die niet actief luistert en niets onhoudt is als een kom met een gat, die niets vasthoudt.

Het verraderlijkst is de kom met vergif erin: iemand die eigenlijk alleen naar het onderricht luistert om zijn eigen meningen bevestigd te zien.